INLOGGEN
«»

Je spint je weer in

We zochten en dolden, holden als gasten op het net.
Overal waar we kwamen, was wat te beleven, te geven.
We dachten, dat is het leven. Rustten uit op gedachten van anderen.
Sprongen met woorden van letter naar letter, proefden emoties,
spuugden gal, schopten trapten naar iedere bal. Geen regels weerhouden
het spel van destructie. Vluchten remedie, als spelers benauwden ,
verder een horizon leeg. De ruimte was groot en de zon slechts een veeg.
Licht genereerden we zelf met weerkaatsend succes van arbeid door anderen.
We dachten te werken, maar herhaalden onszelf, keer na keer.
Parasiteerden dus weer.

Jouw hand deed ons twijfelen. Stopte het zinloos gedraaf.
Je wenkte en keerde ons binnenste buiten. Zette ons terug, tegen spraak,
toonde ons keuze uit warme structuren, verantwoording, zelf je leven te sturen.
Leerde ons stapje voor stapte het zijn te beminnen. Jij was al buiten,
wij zaten binnen. Had alles gezien, het jatten, knippen, scheren en buigen,
het drinken en snuiven, de glamour en macht. Het heersen van zinloos genieten,
misbruik van kracht, arrogantie van geld en gemis aan gezag.
Jij keerde je af, koos voor essentie van wonen in eenvoud,
koos voor familie, voor vrienden en werken in stilte.

Jij zwaaide en leerde. Samen gingen we lopen. Eerst strompelend steunen,
dan lopende kreunen, de stapjes alleen op de wereld. Het groeien van vleugels, gefladder, gedwarrel, de aanloop de vlucht van vleugels in vrijheid .
Vrij zijn van bodem. De krachten trotserend, het wenden en keren,
Glijvlucht in rust van de stilte. Kilte van hogere sferen, kou die snijdend je terughaalt als lucht weer te ijl wordt en je alleen bent gestegen naar oorden te hoog voor de draagkracht van zilveren vleugels. Verkleumd vallend, spiralend naar hulp, schreeuwend om licht in de val van duister, onverricht zaken achter je latend, wetend dat dood je inhalend zal kussen, je zacht zal doen rusten, in het hard van de grond.

We vlogen, later met velen. Ik hoorde geluiden van stilte verdwijnen,
gekraak en geruis, het wieken van vleugels. De stroom was er eventjes uit.
Een glijvlucht in koude en warmere sferen. Een botsing van lucht.
Turbulentie was niet te bezweren, de vlucht sloeg uiteen in geruchten.
We laveerden. Waar eens onze richting heel klaar was, verdwalen we nu.
Het licht was ons richtpunt. Het zicht werd al minder en tegen een stroom
van vernieuwing en snelheid verliet ons de kracht van het kiezen in vrijheid.
We landen en stranden alleen. Praten verstandig maar huilen inpandig.
Nog vlieg ik mee met jou naar het licht zonder zicht.

Jij gaat weer terug. Je spint je weer in zonder naam, zonder woning.
Wordt weer je zelf als ultieme bekroning. Voelt weer je hart en gevoel
Kiest een gezicht zonder smoel. Laat weer verstand door onbewust zijn
verleiden, het goede te scheiden, door het kwaad te vermijden.
Mijn paletten staan klaar, de kleuren gescheiden. Vormen en beelden
zijn nog bescheiden. Ik kleur met de streken van liefde in tijd en verdwijn
als het kan naar realiteit van magie. Jij bent er niet. Maar in mijn dromen
zal jij blijven komen………het gaat je goed.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht   
Geplaatst op: 14-04-2015

Beoordeel dit gedicht nu

10 9 8 7 6
5 4 3 2 1

Over deze dichter

wil melker
Actief sinds: 07-02-2014 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Je spint je weer in’ van wil melker zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.