Teerbemind nageslacht
De avond valt,
en ik kom thuis,
door de donkere hal
naar de kamers van het huis,
waar het licht flakkerend
op de muren rust.
De dag, moe en zwaar,
ligt in mijn handen als klei,
vormeloos en stil.
En jij, teerbemind nageslacht,
met je stem die echoot
door lege gangen,
bent de spiegel
van een onvervulde droom.
Wat ooit begon
in zachte verwachting,
is nu een pad van scherven,
waar ik stap voor stap
de weg verlies.
Jij, die me lief had,
met de onschuld van een kind,
bent nu een schaduw
in het grijze licht.
Teerbemind nageslacht,
in de ruimte tussen ons
woekert het onbegrip,
een wortel diep in de grond
van ons bestaan.
De stilte zingt een lied
dat niemand hoort,
en toch trilt mijn hart
op jouw ritme.
En ik, gevangen
in de teugels van het leven,
laat de touwtjes vieren,
maar nooit genoeg
om vrij te zijn
van de zware last
van liefde.
Teerbemind,
maar in elke vezel
doordrenkt met twijfel,
draag ik jou
als een steen in mijn borst,
zwaar en koud,
en toch vol belofte,
in een eeuwige worsteling
met mezelf.
Over dit gedicht
Geplaatst op: 19-02-2025
Over deze dichter
Martine d'Hooghe (Actief sinds: 19-02-2025)
© Op dit gedicht 'Teerbemind nageslacht' van Martine d'Hooghe zijn auteursrechten van toepassing. Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.