INLOGGEN
«»

Een eindeloze nacht

Versie 1:

Midden in een koude winter,
De wind is ijzig en guur.
Het is een lange nacht,
Terwijl ik naar de sterren tuur.

Het grote ontembare water,
Tegen een sombere kade,
Een troosteloos gevoel,
K'ga bij mezelf ten rade.

Terwijl de klok weer een uur slaat,
Bij het licht van de ronde maan.
Ik opkijk naar wat vogels,
K'zou dolgraag met ze mee gaan.

Maar ik zit daar op een bankje,
Na een lange wandeling.
Door weer en wind gegaan,
Daar waar ik eerder nooit ging.

Ik had het 's avonds al besloten,
Dat dit nu zo moest zijn.
Met mijn haren in de wind.
Det voelt toch ook wel fijn.

Waarheen zou ik nog wel zien,
Eerst maar eens in't hier en nu.
Het gevoel van de donkere nacht,
En leren over mijn individu.

De sterren aan de hemel,
Zij zetten mij op mijn plaats.
Daar waar zíj zo groot zijn,
En ik een kleine dwaas.

Mijn handen steeds wat kouder,
Maar dat voel ik al niet meer.
Ik ben maar in gedachten,
En twijfel keer op keer.

Ik zit daar en ik denk maar,
Maar rustig ben ik niet.
Een traan rolt over mijn wang,
Maar niemand die het ziet.

Toch komt er plots een glimlach,
Wanneer ik denk aan hem.
De man die mij zo mooi lief heeft.
Plots hoor ik ook zijn stem.

Hij was naar me aan het zoeken,
En vond mij tenslotte hier.
Inmiddels drijfnat in het water,
Aan het einde van de pier.

Hij nam me in zijn armen,
Had niet gewild dat ik verdween.
Hij bracht me weer in veiligheid,
Terwijl de maan die nacht bescheen.


Versie 2:

Midden in een koude winter,
De wind is ijzig en guur.
Het is een lange nacht,
Terwijl ik naar de sterren tuur.

Het grote ontembare water,
Tegen een sombere kade,
Een troosteloos gevoel,
K'ga bij mezelf ten rade.

Terwijl de klok weer een uur slaat,
Bij het licht van de ronde maan.
Ik opkijk naar wat vogels,
K'zou dolgraag met ze mee gaan.

Maar ik zit daar op een bankje,
Na een heel lange wandeling.
Door weer en wind gegaan,
Daar waar ik eerder nooit ging.

Ik had het 's avonds al besloten,
Dat dit nu zo moest zijn.
Met mijn haren in de wind.
Det voelt toch ook wel fijn.

Waarheen zou ik nog wel zien,
Eerst maar eens in't hier en nu.
Het gevoel van de donkere nacht,
En leren over mijn individu.

De sterren aan de hemel,
Zij zetten mij op mijn plaats.
Daar waar zíj zo groot zijn,
En ik een kleine dwaas.

Mijn handen steeds wat kouder,
Maar dat voel ik al niet meer.
Ik ben maar in gedachten,
En twijfel keer op keer.

Ik ben daar en ik denk maar,
Maar rustig ben ik niet.
Een traan rolt over mijn wang,
Maar niemand die het ziet.

Hoorde ik nu iemand?
Ik kijk nog 1 keer om...
Nee het was toch niets,
Misschien gewoon de wind alom.

Inmiddels verstijf ik van de kou,
Het was die nacht dat ik verdween.
Daar ik steeds verder het water in liep,
Terwijl de maan die eindeloze nacht bescheen.

Ik ging door het schaduwrijk heen,
En hoor dan ineens een stem.
Het is van iemand die mij erg lief heeft.
Het is de stem van, jawel, Hem!

Hij spreekt bemoedigende woorden,
En vraagt me dan om mee te gaan,
Om te volgen in Zijn licht,
Ondanks alles wat ik heb gedaan.

T'was een eindeloze nacht,
Vanwege dit nieuwe begin.
M'n oude leven nu voorgoed voorbij.
Daar ga ik niet langer tegenin.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht   
Geplaatst op: 12-11-2016

Beoordeel dit gedicht nu

10 9 8 7 6
5 4 3 2 1

Over deze dichter

Missy
Actief sinds: 18-05-2016Informatie bij het gedicht:

2 gedichten in 1. Het enige verschil is dat ze heel anders aflopen... Lees maar en proef de sfeer. Lees alles goed woord voor woord en leef je in, zie het voor je. Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Een eindeloze nacht’ van Missy zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.






Om dit gedicht toe te voegen aan je favorieten dien je ingelogd te zijn. Log dus eerst in op de website. Als je nog geen account hebt, maak dan een account aan op deze website.