voor de laatste toon van dit refrein

wil melker

ik bespan mijn koets
met schimmels, ruinen
en een zwarte hengst
ik tuig ze op, zwaai
en juich maar als ik
aan de leidsels trek

hoeven spatten
vonken uit de straat
als de koets zich langzaam
in beweging zet, nog draven
ze gestrekt, ik kijk niet om
zeg me waarom

we slaan op hol en stijgen
langs ogen vol afgrijzen
bolle koppen nokken
hoeven splijten schedels
uit de weg met het gebedel
om sensatie en iets nieuws

we rijden wolken plat
onweer ketst in buien
het regent slag en in galop
gaan we de woede spuien
op het tuig, vooral de luien
ze donderen maar op

ik jaag en jacht de ruimte
door, eindelijk geen gehoor
omdat de lucht ontbreekt
en dus geen woorden preekt
die eisen dat ik hier moet zijn
voor de laatste toon van dit refrein

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 01-01-2015

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

wil melker (Actief sinds: 07-02-2014)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘voor de laatste toon van dit refrein’ van wil melker zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.