Lydia

John de Groot

De tijd vliegt,
maar toen zag ik dat niet.
Mijn leven was een achtbaan,
met speed, drank en wiet.

Twaalf jaar van mijn leven,
dwaalde ik af naar beneden.
Wat zo onschuldig leek,
Beheerst mijn leven tot op heden.

Negentien jaar en daar zat ik dan,
een studentenkamertje in de binnenstad.
Ik herinner me nog goed,
dat ik toen toekomstplannen had.

Ik zag mijn familie minder vaak,
dat stadse leven had wel wat.
Ik begon me thuis te voelen,
daar in Kampen aan de gracht.

De tijd vliegt,
maar toen zag ik dat niet.
Mijn leven was een achtbaan,
met speed, drank en wiet.

Ik volgde salsa-les in mijn stamkroeg,
en toen kwam ze binnen.
Ik moest haar gewoon leren dansen,
en was de eerste die haar vroeg.

Even later in het stadspark,
keken we samen naar de sterren,
We leerden elkaar kennen,
gelijk na de eerste nacht.

We werden verliefd, hopeloos verliefd,
deze vrouw was alles wat ik hebben wou.
Lydia deed mannen stoppen met haar blik,
en de manier waarop ze ze voorbij liep.

De tijd vliegt,
maar toen zag ik dat niet.
Mijn leven was een achtbaan,
met speed, drank en wiet.

Wat een wereldvrouw,
maar nu is ze getrouwd,
met een ander,
een andere man van wie ze houdt.

Ik studeerde SPH,
En ben geëindigd in de bouw.
Ik heb mijn leven verknald,
en weet nog niet waar ik sta

Alleen over zonder jou,
met de nodige schulden hier en daar.
Het voelt koud,
niets is minder waar.

De tijd vliegt,
maar toen zag ik dat niet.
Mijn leven was een achtbaan,
met speed, drank en wiet.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 25-07-2014

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

John de Groot (Actief sinds: 21-07-2014)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Lydia’ van John de Groot zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.