BOSANEMONEN
De treurwilg bij de rand van het eikenwoud
heeft gekromde vingers vol neerslachtig grijs.
Door zijn reuzenhand ruist een trotse wijs,
die op strijdbaar, toch vreedzaam voorjaar bouwt.
Bladknoppen in het zwaar hangende hout
zien neer op een klein bloemenparadijs,
geboren uit modder, verdwenen ijs.
Het siddert onder sluipwind, ademt koud.
't Opbeurende wit, met wazig wijnrood,
der tere grondsterren spreekt luchtig,
maakt de schuchtere lente machtig groot:
"Ik wek het bos bescheiden, maar eerzuchtig,
geef nieuw leven aan woudreus, nietige loot,
besta toverachtig sterk _ schoon vluchtig."
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 28-03-2018
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)
Informatie bij het gedicht
Terwijl het voorjaarsbos zich bescheiden ontluikt, geven bosanemonen een opbeurend aanzien tussen bomen en grondleven.
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘BOSANEMONEN’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.