AANZIEN

Han Messie

Een raampje van het paleis aan de Dam
toont het vorsende, roerloze gezicht
van prins Alexander, die zijn blik strak richt
op mensen en duiven, beiden even tam.

Vleugels slaan heftig, voeten schuiven stram:
bont gewemel, zich verspreidend én dicht.
De nieuwe koningin aanvaardt haar plicht
in het plechtig feestende Amsterdam.

Stil neerziend' denkt de vorstelijke zoon:
"Zal moeder straks geen vreemdelinge zijn,
daar ze voortaan bestaat voor Neerlands troon?

Naast ouderliefde is 's lands bestier slechts klein.
In de verre toekomst wacht ook mij de kroon,
maar eigen gezin beheerst dan mijn brein."

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 12-06-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘AANZIEN’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.