de sluier

Mark Ackaert

Duizelingwekkend mooi was zij.
Een levend pronkstuk had hij bij ,
de man met zwarte baard,
sterk en zwaar behaard.
Hij had witte sokken aan ,
zijn lijf ietwat ontbloot vooraan.
Enkel haar gezicht was bloot.
Maar wat zij al te kijk aanbood
onder haar doorzichtig kleed?!
Een lichaam dat, mijn god wie weet
nooit volledig prijs gegeven,
geheel met kantwerk was omgeven.
Haar half gesluierd lichaam
met een kanten slipje aan,
slank en licht van kleur,
omgeven door een geur
van saffraan vanille steranijs,
gaf enkel wat ze wilde prijs.
Maar wat ze prijs gaf was zo veel ,
zo overweldigend reeel,
Zo echt en toch zo mysterieus,
Zo weelderig zo genereus,
Zo mooi zo onvoorstelbaar,
En toch zo onbereikbaar.,
Ze ging weg zoals ze kwam,
met de witte sokken man.
Zonder spoor, ,verdween voor goed
Maar haar beeld zo lief en zoet
Blijft voor mijn ogen voort bestaan,
Naakt met een omfloerste sluier aan

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 21-01-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Mark Ackaert (Actief sinds: 21-01-2017)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘de sluier’ van Mark Ackaert zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.