Een krakende wagen
Tante Adèle uit ’s Gravenhage,
was wat men noemt, ‘een oude van dagen’.
Op tien dagen na, was zij al honderd,
maar zij is helaas, van de trap af gedonderd.
In het gips op een bed, dat was niet voor ’t eerst.
Haar hele bestaan, was door dokters beheerst.
En als je familie haar bijnaam zou vragen,
kreeg je als antwoord: ‘de krakende wagen’.
Tante dacht: ‘ze zijn bedonderd;
De gouden koets, en bijna honderd.
Maar nu in ’t gips, hopen de zakken,
Dat ik door (en in) mijn as ga zakken.’
Op haar verjaardag, menig vrouw en man,
zong ‘lang zal ze leven’; meenden niets daarvan.
Intussen was Adèle in en vloek en een zucht
als krakende wagen, die hufters ontvlucht.
Adèle, werd zomaar honderdzeven.
Haar haven en goed, gaf zij weg in haar leven.
De notaris verstrekte haar geld en inventaris,
aan een wagenmuseum in Weet-ik-waar-is.
Zij wilde geen kaarten, op haar graf staat een steen:
‘Hier rust Adele, te vroeg ging zij heen.
Er visten velen, maar wég was de vangst
De krakende wagen, liep toch nog het langst.’
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 16-01-2020
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Hans Schoevers (Actief sinds: 16-01-2020)
Informatie bij het gedicht
Een gedicht uit een serie over spreekwoorden of gezegden
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Een krakende wagen’ van Hans Schoevers zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.