Rooms leven

Valentijn

Ik was vijf
Nog klein van lijf
Maar toch wist ik al gauw:
Ik werd de toekomstige Nederlandse paus

Zoveel aanzien en mooie kleren
Altijd vooraan met goud beladen
Boven alle anderen verheven
Oordelend over pestkoppen en kwaden

Op de lagere school werd er gevraagd
Is dat iets voor jou, misdienaar?
In verband met mijn toekomstige rol in het Roomsche leven
Wilde ik daar maar al te graag mijn tijd aan geven

s'Ochtends gewekt door mijn vader, vroeg uit de veren
Fietsend door het ochtendlijk donker
Soms door weer en wind of gedonder
Even later getooid met een gesteven superplie over je kleren

Op je vrije woensdagmiddag kreeg je les in latijn
Soms van de pater maar ook wel van een akoliet
Het rook er naar sigaren en zure wijn
Gloria in excelcius deo, zo klonk het lied

In de derde klas had ik mijn ambities bijgesteld
Weinig kans dat ik als Nederlander paus zou worden
Adrianus was de enige zo werd mij verteld
Nu ging ik voor kardinaal, maar bisschop was ook in orde

In de vijfde klas zag ik in, dat pastoor of kapelaan
Ook een loffelijk streven was
Dit verlangen hield ik vol tot in de zesde klas
Maar toen ontdekte ik een schepsel met lang zwart haar

Het idee om celibatair te moeten leven
Zonder dat andere lieftallige wezen
Geen kroost, met een tonsuur op je kop
Ik wist ht nu zeker: de paus kan de pot op