«»
Ik was ooit heel even
Min of meer dakloos
In Bielefeld, Duitsland
Toen ik daar stage ging lopen
Ik kwam aan op het perron
Van het treinstation
In de winter van 1998
Het was guur die ochtend
Ik had een stageplek geregeld
Bij Deutsche Telekom
In het hoogste gebouw van de stad
In de middag meldde ik me
Bij het kantoor waar ik ging werken
Met mijn grote koffer aan de hand
Met wieltjes inderdaad
Maar zonder uitklapbaar handvat
Waardoor ik hem moest voorttrekken
Als een soort muilezel
Op het kantoor keek de desbetreffende medewerker
Nogal ongemakkelijk en beschaamd:
Ze hadden geprobeerd mij telefonisch te bereiken
Maar dat was helaas niet gelukt
Ze hadden geen woonruimte gevonden
Iets waar ik wel vanuit was gegaan
Dus even later stond ik weer buiten
Met mijn grote groene koffer
En zonder plek om te wonen
Ik begon een koortsachtige zoektocht
Ik wist een bedrijf te vinden
Dat in een oud pand zat
Ze bemiddelden in huisvesting
Voor studenten zoals ik
Met veel ballast en geen geld
We reden de hele stad door
En langs de vele buitenwijken
Mijn koffer in de achterbak
We vonden niets
Er was niets beschikbaar nu
En de kamers die ik wel zag
Waren zonder bed of meubilair
Ik kon twee nachten verblijven
In het zogenaamde Kolpinghaus:
Een soort volpension peperduur hotel
Voor verwende rijkeluiskinderen
Die gingen studeren in de stad
En hier werden ondergebracht
Pappie betaalde de rekeningen
In de nacht stond er ineens
Een brandweerman in mijn kamer
Schreeuwend dat ik naar buiten moest
Dat er brand was
Ik spoedde me over de gangen
In mijn onderbroek
Toen bedacht ik me ineens
Ik rende terug naar mijn kamer
Voor mijn kleren en portemonnee
Tot woede van de brandweerman
Maar ik weigerde pertinent
Op straat te staan in mijn ondergoed
Ter vermaak van de omstanders
Daarna weer rennen door de gangen
Richting de uitgang van het hotel
Waar ik me voegde bij de rest
We stonden allemaal rillend buiten
Het was immers januari
Tot de brandweer klaar was
Het viel allemaal mee
Een van die ettertjes
Had zijn matras in de fik gestoken
Toen hij 's nachts rookte
Meer rook dan vuur gelukkig
We konden terug naar bed
De volgende morgen
Bezocht ik de grote hallen
En de eindeloze gangen
Van de universiteit van Bielefeld:
Ik ging langs alle prikborden
Ik scheurde de briefjes af
Met advertenties over kamers
Die aangeboden werden
Ik kocht telefoonkaarten
Ik belde de hele middag
In de telefooncellen van die tijd
Uiteindelijk had ik beet:
Een Duitse studente
Van Afrikaanse afkomst
Ging studeren in Frankrijk
Ik kon haar kamer tijdelijk huren
Voor de duur van een half jaar
Want zolang duurde mijn stage
Ze twijfelde nog enigszins
Dus bood ik haar elke maand
Honderd mark meer aan
Dan wat ze zelf betaalde
Ik had namelijk geen andere opties
Ze zei "ja"
En ik werd een onderhuurder
Van een piepklein kamertje
Een soort veredelde bezemkast
In een vrij groot studentenhuis
Aan de rand van de stad
In de Kreuzberger Straße
Ik had slechts mijn studiebeursje
En mijn moeder maakte
Elke maand wat geld over
Ik kreeg geen stagevergoeding
Dus bij gebrek aan geld
At ik echt heel minimaal
Toen ik na een half jaar thuiskwam
Kon je mijn ribben tellen
Zo mager was ik nooit geweest
En zo mager ben ik daarna
Ook nooit meer geworden
De stageperiode was anders
Dan het jaar dat ik hier studeerde
Zo fijn als dat studiejaar was
Zo eenzaam en ellendig
Was deze periode:
Ik had nauwelijks contacten
Het kantoorleven beviel niet
En ik bedacht me toen al
Dat ik ondanks mijn studie
Nooit een zakenman zou zijn
Maar wat dan wel in hemelsnaam ?
Ik was onzeker en angstig
Mijn bovenrug deed pijn
Ik kon door de stress niet joggen
Iets wat ik normaal vaak deed
Mijn benen weigerden dienst
Ik kon niet meer rennen
Weg van deze situatie
Weg van dit alles hier
Hier schreef ik de eerste gedichten
Letterlijk geboren uit wanhoop
Ik luisterde cd's en cassettebandjes
Ik leende oude videobanden
Van een huisgenoot
Maar de videorecorder hield ermee op
Mijn moeder kwam me opzoeken
Ze kwam met de trein
Net als een of twee vrienden
Zo ging dat toen
Het is interessant en intrigerend
Om soms terug te denken
Aan deze curieuze periode
Die als de film van mijn leven is
Mijmeren ja
Maar niet al te lang
Nee, niet te lang
Zeker niet te lang
Ontheemd in Bielefeld
ONTHEEMD IN BIELEFELDIk was ooit heel even
Min of meer dakloos
In Bielefeld, Duitsland
Toen ik daar stage ging lopen
Ik kwam aan op het perron
Van het treinstation
In de winter van 1998
Het was guur die ochtend
Ik had een stageplek geregeld
Bij Deutsche Telekom
In het hoogste gebouw van de stad
In de middag meldde ik me
Bij het kantoor waar ik ging werken
Met mijn grote koffer aan de hand
Met wieltjes inderdaad
Maar zonder uitklapbaar handvat
Waardoor ik hem moest voorttrekken
Als een soort muilezel
Op het kantoor keek de desbetreffende medewerker
Nogal ongemakkelijk en beschaamd:
Ze hadden geprobeerd mij telefonisch te bereiken
Maar dat was helaas niet gelukt
Ze hadden geen woonruimte gevonden
Iets waar ik wel vanuit was gegaan
Dus even later stond ik weer buiten
Met mijn grote groene koffer
En zonder plek om te wonen
Ik begon een koortsachtige zoektocht
Ik wist een bedrijf te vinden
Dat in een oud pand zat
Ze bemiddelden in huisvesting
Voor studenten zoals ik
Met veel ballast en geen geld
We reden de hele stad door
En langs de vele buitenwijken
Mijn koffer in de achterbak
We vonden niets
Er was niets beschikbaar nu
En de kamers die ik wel zag
Waren zonder bed of meubilair
Ik kon twee nachten verblijven
In het zogenaamde Kolpinghaus:
Een soort volpension peperduur hotel
Voor verwende rijkeluiskinderen
Die gingen studeren in de stad
En hier werden ondergebracht
Pappie betaalde de rekeningen
In de nacht stond er ineens
Een brandweerman in mijn kamer
Schreeuwend dat ik naar buiten moest
Dat er brand was
Ik spoedde me over de gangen
In mijn onderbroek
Toen bedacht ik me ineens
Ik rende terug naar mijn kamer
Voor mijn kleren en portemonnee
Tot woede van de brandweerman
Maar ik weigerde pertinent
Op straat te staan in mijn ondergoed
Ter vermaak van de omstanders
Daarna weer rennen door de gangen
Richting de uitgang van het hotel
Waar ik me voegde bij de rest
We stonden allemaal rillend buiten
Het was immers januari
Tot de brandweer klaar was
Het viel allemaal mee
Een van die ettertjes
Had zijn matras in de fik gestoken
Toen hij 's nachts rookte
Meer rook dan vuur gelukkig
We konden terug naar bed
De volgende morgen
Bezocht ik de grote hallen
En de eindeloze gangen
Van de universiteit van Bielefeld:
Ik ging langs alle prikborden
Ik scheurde de briefjes af
Met advertenties over kamers
Die aangeboden werden
Ik kocht telefoonkaarten
Ik belde de hele middag
In de telefooncellen van die tijd
Uiteindelijk had ik beet:
Een Duitse studente
Van Afrikaanse afkomst
Ging studeren in Frankrijk
Ik kon haar kamer tijdelijk huren
Voor de duur van een half jaar
Want zolang duurde mijn stage
Ze twijfelde nog enigszins
Dus bood ik haar elke maand
Honderd mark meer aan
Dan wat ze zelf betaalde
Ik had namelijk geen andere opties
Ze zei "ja"
En ik werd een onderhuurder
Van een piepklein kamertje
Een soort veredelde bezemkast
In een vrij groot studentenhuis
Aan de rand van de stad
In de Kreuzberger Straße
Ik had slechts mijn studiebeursje
En mijn moeder maakte
Elke maand wat geld over
Ik kreeg geen stagevergoeding
Dus bij gebrek aan geld
At ik echt heel minimaal
Toen ik na een half jaar thuiskwam
Kon je mijn ribben tellen
Zo mager was ik nooit geweest
En zo mager ben ik daarna
Ook nooit meer geworden
De stageperiode was anders
Dan het jaar dat ik hier studeerde
Zo fijn als dat studiejaar was
Zo eenzaam en ellendig
Was deze periode:
Ik had nauwelijks contacten
Het kantoorleven beviel niet
En ik bedacht me toen al
Dat ik ondanks mijn studie
Nooit een zakenman zou zijn
Maar wat dan wel in hemelsnaam ?
Ik was onzeker en angstig
Mijn bovenrug deed pijn
Ik kon door de stress niet joggen
Iets wat ik normaal vaak deed
Mijn benen weigerden dienst
Ik kon niet meer rennen
Weg van deze situatie
Weg van dit alles hier
Hier schreef ik de eerste gedichten
Letterlijk geboren uit wanhoop
Ik luisterde cd's en cassettebandjes
Ik leende oude videobanden
Van een huisgenoot
Maar de videorecorder hield ermee op
Mijn moeder kwam me opzoeken
Ze kwam met de trein
Net als een of twee vrienden
Zo ging dat toen
Het is interessant en intrigerend
Om soms terug te denken
Aan deze curieuze periode
Die als de film van mijn leven is
Mijmeren ja
Maar niet al te lang
Nee, niet te lang
Zeker niet te lang
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriekNaar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht Geplaatst op: 30-06-2019
Beoordeel dit gedicht nu
5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Over deze dichter
Vincent OostrijckActief sinds: 20-08-2017 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Ontheemd in Bielefeld ’ van Vincent Oostrijck zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.
Meer gedichten in de rubriek: Herinneringen & vroeger
Nieuwste gedichten
- verzameling herinneringen
- [ De grote optocht ]
- [ Sentiment ]
- [ Sparen ]
- Vroeger een verjaardag vieren...
- Die Lelijke eend...