Toen de telefooncellen er nog waren
Zo vaak stond ik met de hoorn in mijn hand
Een lange lijn
En hengelde je vanuit deze cel
Ik wilde je duidelijk iets
Liefs vertellen zodat de
Kwartjes vielen
Maar mij hand werd zwaar
De volgende munt brandt in mijn hand
Mijn hand komt tot stilstand
Tot de gleuf
Het muntje rolde zo
Het zwarte gat in
Diep in mijzelf een
Zalig gevoel
Een stem een lach
Zwart genoeg om
Het hele heelal te laten rinkelen
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 25-10-2014
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Els Staneke Huurman (Actief sinds: 24-10-2014)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Toen de telefooncellen er nog waren’ van Els Staneke Huurman zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.