INLOGGEN
«»

Haiku's deel 4

Twee honden vochten,
om een been en de derde,
at een hondenbrok.

Het vrije-uitloopei,
kon niet ontsnappen aan de,
vegetariër.

De hartslagmeter,
sloeg op tilt toen de atleet,
dwars door het lint ging.

Het decolleté,
hing uit het balkon van de,
te krappe D-cup.

In het donker liep,
de inbreker tegen de,
staande schemerlamp.

De fierljepper deed,
met de hakken over de sloot,
bijna in zijn broek.

De bij kreeg ruzie,
met de imker over een,
honingslingeraar.

Het lui kapstertje,
met haar als een eksternest,
tussen haar benen.

De pipa trapte,
prompt in de pis-pis van de,
Surinaamse pad.

De soldaat maakte,
vóór het begin van de slag,
een fles wijn soldaat.

Ze had haar regels,
hij mocht niet vandaag want ze,
had zo haar regels.

Ze nam even pauze,
toen ze bij haar werk aan de,
menopauze dacht.

De piraat was bang,
dat er misschien plots kapers,
op de kust zaten.

Wat belegen kaas,
op een bruine boterham,
met ook veel gluten.

“Santé iedereen,”
riep Socrates toen hij de,
gifbeker aannam.

Xantippe dacht: drink
maar joh, want die gifbeker,
moet helemaal leeg.

De verliefde nimf,
had een nest koolwitjes,
in de buik zitten.

De minister zocht,
haar portefeuille in de,
tweede kamerjas.

“We will, we will wok
you,” zong de kok van het Thais,
meeneemrestaurant.

Het keurslijfje zat,
zéér strak om de kont van de,
kamerolifant.

Het ei zat op stok,
maar werd opgemerkt door de,
spermatozoïde.

Lange schaduwen,
maakte de laagstaande zon,
op een gouden dag.

“Krijg toch de neten,”
sprak de muggenlarf getergd,
toen de baas douchte.

Na het rendez-vous,
was ze kennelijk écht een,
tikkeltje zwanger.

Ze had geen aanleg,
om dik te worden, dacht ze,
en nam nóg een soes.

Het kind met de hik,
had weleens vaker wat last,
van middenrif kramp.

De chef serveerde,
kraak verse spruitenvellen,
in cognacroomsaus.

Twee koolhydraten,
wilden ontsnappen uit een,
runderstoofpotje.

De nageboorte,
was er bijna nog eerder,
dan de baby zelf.

Het Rijksmuseum,
van nieuwigheden trok zeer,
weinig bezoekers.

De vent uit de D.D.R.
kreeg een free-kick tegen zijn,
Maagdenburgse bol.

De lanterfant kon,
met de beste wil geen werk,
uit handen krijgen.

De zelfbewuste,
feminist deed voor zijn vrouw,
altijd de afwas.

Een koene dildo,
was niet in zijn sas toen de,
batterij plat was.

Drugs en alcohol,
liepen als een rode draad,
door zijn kort bestaan.

De zoute haring,
zwom op zijn gemak rondjes,
in de Dode Zee.

Zij een toffe jurk,
en hij had van hetzelfde,
laken een mooi blauw pak.

Ze was zoet en lief,
ze geurde naar seringen,
en hij was verkócht.

De rode neus van,
de kroegloper zag hele-
maal blauw van de kou.

Een condoom bleef stil,
achter in het nachtkastje,
van de dodencel.

Het knipperen van
haar wimpertjes maakte hem,
hoteldebotel.

Het was vredig en
muisstil in de diepten van,
de Stille Zuidzee.

De dood kun je nooit,
voorblijven dacht de kraai en,
mat de planken na.

Het jonge paardje,
zag een nummer wel zitten,
met het oud muildier.

Door winstbejag liep,
de verkiezing van de Miss,
volstrekt finaal mis.

Zijn avances die,
lieten haar niet onberoerd,
merkte de buurman.

Ze was bijna klaar,
met haar huwelijk en de,
slaag en de leugens.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht   
Geplaatst op: 18-05-2018

Beoordeel dit gedicht nu

10 9 8 7 6
5 4 3 2 1

Over deze dichter

Ron Dietvorst
Actief sinds: 18-05-2018 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Haiku's deel 4’ van Ron Dietvorst zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.