INLOGGEN
«»

Haiku's deel 3

De jaloerse fluit,
stak de hobo naar de kroon,
op een Weens feestje.

Japanse Geisha,
at boerenkool met rookworst,
liever dan sushi.

De bange muis dacht,
de kat is niet voor de poes,
dit is vast niet pluis.

Rotsvast vertrouwen,
tegen beter weten in,
in zijn huisbankier.

Hij dacht: een wipje,
kan ik nog wel versieren,
als alles meezit.

Een tikkeltje blo,
probeerde zij de tongzoen,
voor de eerste keer.

Ze nam een latte,
bij een nieuw terrasje aan,
de theepakkerij.

Zijn tong ging zweten,
van al die oefeningen,
in haar rode mond.

Twee lichtmatrozen,
zaten fluks in het donker,
toen de kaars uitwoei.

Hagelbui in mei,
één zwaluw maakt geen zomer,
dacht de bonte specht.

Slechts beroepshalve,
was hij bezig met seksen,
van eendagskuikens.

Zwarte kousenband,
beheerst haar hele wezen,
denken, doen en zijn.

De lederhose,
vond de kletsen wel lekker,
op de blote bil.

De dame zat kaal,
in de nieuw gedeelde hand,
grinnikte de boer.

De oprotpremie,
had de directeur het liefst,
in het zwart gehad.

De agoog van acht hoog,
ging voor zijn eigen welzijn,
naar het gelijkvloers.

De rechtse rakker,
souteneur van professie,
was bang in’t donker.

De stekelbaars kreeg,
van de bij een gemene,
steek onder water.

Een shitavond met,
een stand-upcomedian,
en flauwe grappen.

De blik van haar pa,
de zwoele lippen van ma,
en haar eigen neus.

De douairière,
stootte haar derrière,
bij een nieuwe stand.

De bisschop zijn kont,
bezaaid met grote zweren:
van deugnieterij.

De narcist wierp een,
smaakvolle kushand naar het,
beeld in de spiegel.

Vreten en zuipen,
het kamerolifantje,
liet niets onbenut.

Ze bakte met vuur,
en passie een lekkere,
luiewijventaart.

De Negende bracht,
de pianovirtuoos,
pas op de elfde.

De hond vergat steeds,
nieuwe poepzakjes op het,
boodschappenlijstje.

De poëet zat klem,
nam een bad in het klam zweet,
door het writer’s block.

Ze kreeg een hapsnauw,
van het vuilnisbakkenras:
de chique poedel.

Voor een prikkie wou,
ze hem wel kopen maar hij
vroeg een habbekrats.

Met een gil voor de,
zwarte geleedpotige,
sprintte ze rap heen.

De politiek van,
de struisvogel viel toch niet,
in goede aarde.

De beroepsdopper,
wilde niet profiteren,
van de arbeidsmarkt.

De portefeuille:
ze twijfelde tussen kaai-
man of krokodil

Op het fijn concert,
hoorde hij geen noot want hij,
had dovemans oren.

In een duinvallei,
verscholen achter helmgras,
lag een blote del.

Het langharig tuig,
speelde luchtgitaar in de,
waardeloze band.

“De tijd vliegt voorbij,”
riep het eendagskuiken,
al na drie kwartier.

In Menen meende,
hij te reizen naar Ieper,
via de Menenpoort.

Hippische sporten,
waren niet geschikt voor het,
paard van de hippie.

Het kuiken van het,
ei van de kip van buurman,
smaakte opperbest.

De meeneem chinees,
ging deftig dineren bij,
de hamburgertent.

Bij het vogelen,
werd de ornitholoog prompt,
betrapt door zijn vrouw.

Het gedonder in
Aken had men in Keulen
totaal niet gehoord.

De ocelot ging,
naar rechts, terwijl de linx dan,
maar naar links afboog.

Vesta deed de haard,
en het ander huishoud werk,
met lust en liefde.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht   
Geplaatst op: 18-05-2018

Beoordeel dit gedicht nu

10 9 8 7 6
5 4 3 2 1

Over deze dichter

Ron Dietvorst
Actief sinds: 18-05-2018 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Haiku's deel 3’ van Ron Dietvorst zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.