VERZEN VAN DE ZOMER

Han Messie

Onder glanzend blauw
staan hoge dennen roerloos,
kraken welluidend.

Vermaak in stuifzand:
speels lachend knielt de moeder
bovenop haar zoon.

De fazant snelt heen:
een wijnrode vlek verzinkt
in het hoge gras.

Regenplas vol zon:
diepe, reine spiegeling
van een alpenmeer.

Een grote kikker
springt in de poel en doet niets
dan zonnebaden.

Ik drink mijn glas jenever
samen met een leuke wesp.

Oude zuilen staan
gebroken en verlaten,
omkranst door wingerd.

Ik houd me ledig,
besef hoe mijn leven is:
onnoemelijk vol.

De zon gaat onder:
ingehouden kracht
glanst rustig en lief.

Loom strijkt de duif neer,
rust op de brugleuning uit.
Mensen strelen hem.

De lijster vliegt op.
Aan zijn snavel bungelt, wachtend,
een gepelde slak.

Twee zusjes lopen
door het bos, dreinen almaar
tot _ aan een braamstruik.

Licht streelt de zefier
kattenstaart: aan zijn stengel
beiert haagwinde.

Het nazomer:
dicht loof verbergt nog een bloem
van de magnolia.

In al zijn pracht rust de pauw
tevreden op een mesthoop.

Trimmen in het bos:
goed loskomen, hard stampen:
een zwijn rent bang weg.

Die grijze pluisbol
waait over het pad _ en valt:
een jong steenuiltje.

De maan schijnt gemoedelijk
over ruiters vol spanning.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 23-01-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)

Informatie bij het gedicht

Achttien ingevingen. die de zomers eens gaven.

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘VERZEN VAN DE ZOMER’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.