ZWERVEND HONKVAST
In de dichte nacht hangen boze wolken
over het meer vol rustig wachtend zwart.
Geruis, kabbelklank, zacht door elkaar verward,
willen reeds het komende uur vertolken.
Plots gaat de zware lucht lichtend kolken.
Bolbliksems boven het water schreeuwen hard:
brandende kraanvogels, roepend van smart,
die moeten vluchten, naar vreemde volken.
Hun vuurglans siddert, verdwijnt dan langzaam,
waart echter nog onzichtbaar, zwijgend rond
als vlinders voor een donker, open raam.
Tussen riet en deinende oevergrond
verblijft soezende doollust, tóch waakzaam,
wekt het leven op met waaiende mond.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 03-02-2018
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)
Informatie bij het gedicht
Een droom, die ik eens had als kleine jongen; 's Nachts stond ik aan de oever van een meer (waarschijnlijk de Leyen bij Rottevalle). Door het donker vlogen grote vogels, die net grote vuurbollen waren.
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘ZWERVEND HONKVAST’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.