De Scheiding

Willem Bernardus Tijssen

Een kamerbewoner, De Groot.
Hij is gescheiden van tafel en
Brood. Zijn bed deelt hij niet meer
Met zijn gemalin. Hij heeft een leven
Leven buiten zijn gezin.

Het huwelijkse leven was niet meer
naar zijn zin. Hij deelde in het geheim
Een leven met een vriendin. Een geheim
Van een man gaat zolang goed, totdat
De zondaar zijn schuld bekennen moet.

Een huwelijk dat niet meer rendeert en
In een crisis verkeerd, kan beter worden
Opgeheven; zo kan de breker die weer
Probeert en ziet dat hij als echtgenoot
Niet meer presteert aan zijn dierbaren nog
Iets van een beter leven geven.