De drenkeling
De drenkeling
Ik kom van ver
Van veel verder
Dan de meeste mensen weten
Of beseffen
Ik was een drenkeling
Alleen en stuurloos
Op een vlot
In het midden
Van een vijandige zee
De onpeilbare diepte
Dreigde me op te slokken
Wanhopig
Gek van angst
Met de tergende onzekerheid
Of ik ooit nog land zou zien
Of altijd zou ronddobberen
Zonder bescherming
Tegen de elementen
Van het weer en van het leven
Ik verlangde
Naar roeispanen
Om vooruit te komen
Naar wind in mijn zeilen
Maar de roeispanen
Had ik reeds lang verloren
En het vlot was zonder zeilen
De wind was er wel
Guur en kil
Soms wenste ik
Dat het voorbij was
Niet dat ik dood wilde zijn
Maar ik wilde zo niet leven
Niet op deze manier
Uiteindelijk sprong ik in de zee
Ik ben gewoon gaan zwemmen
Mijn vlot als een gevangenis
Liet ik achter mij
En ik keek niet meer om
Ik ben blijven zwemmen
Onderweg ontmoette ik
Een lieve zeemeermin
Met een gekwetste vin
We werden verliefd
We houden van elkaar
Nu zwemmen we samen
Op weg naar de oever
En eindelijk
Na vele jaren
Is er land in zicht
Nog even doorzwemmen
En de kust wordt bereikt
Daar wacht ons een nieuw leven
We zijn vol hoop
En vol verwachting
Ik, de drenkeling
Jij, de zeemeermin
Ons moment is gekomen
De toekomst begint nu
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 11-12-2017
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Vincent Oostrijck (Actief sinds: 20-08-2017)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘De drenkeling’ van Vincent Oostrijck zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.