Een veulen
In de weiden, groen en wijd,
Rendert het veulen, vol van strijd.
Zijn benen trillen, nog zo jong,
Met de vrijheid in zijn mond, een lied hij zong
De lucht is koel, de zon gaat schuil,
Zijn moeder kijkt, haar blik zo guil.
Ze rent met hem, door het gras zo hoog,
Samen sterk, een levensboog.
Maar het leven is niet altijd zacht,
Er komt een dag, onverwacht.
De moeder valt, haar adem stopt,
Het veulen alleen, in de wind verdoofd.
Zijn ogen groot, vol van pijn,
Zonder zijn moeder wil hij niet zijn.
Hij hinnikt luid, maar het antwoord blijft stil,
De vrijheid lijkt ver, een verre wil.
Zo rent hij voort, door het land,
Met de herinnering aan haar hand.
Zijn hart klopt wild, de vrijheid roept,
Maar zonder haar, is hij toch bedroefd.
Op een dag wordt hij gevangen,
Door mannen die hem willen hangen.
Zijn vrije ziel in ketens vast,
Het veulen vecht, maar zijn kracht is last.
De wolken huilen, een regen val,
De vrijheid lijkt ver, de horizon smal.
Toch blijft hij hopen, in zijn hart,
Dat hij ooit weer rent, vrij van smart.
Maar de zon breekt door, de lucht klaart op,
Het veulen voelt de kracht, zijn hart klopt top.
Zijn ogen branden, de horizon lijkt dichtbij,
De ketens breken, en hij is vrij.
Met zijn zonden achter zich, de vrijheid in zicht,
Rent hij door de velden, het volle licht.
De wind in zijn manen, het gras onder zijn voet,
Het veulen is vrij, het leven weer zo zoet.
In de verte ziet hij, zijn moeder in de lucht,
Haar geest omringt hem, een zachte zucht.
Ze is daar, altijd bij, in zijn hart nu vol moed,
Is het zijn moeder die ervoor zorgt dat hij het goede doet
Over dit gedicht
Geplaatst op: 06-02-2025
Over deze dichter
De anonieme ponydichter (Actief sinds: 03-11-2024)
© Op dit gedicht 'Een veulen' van De anonieme ponydichter zijn auteursrechten van toepassing. Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.