Mijn vader
Ik zoek je
in kasten, in huizen, in stallen, op straathoeken, in ruggen, in gezichten van
mensen
Ik groet je waar niemand is
Ik omhels je schaduw
die door zon en tijd is gesleten
Vader
mens van mijn leven
je gaf me alles
zo arm als je was
Ik ben bijna zo oud als jij toen
toen het afscheid wenkte
je geest uitviel
jouw zoon in je zicht vervaagde
Alles om je heen was wit
als de witgekalkte muren uit je jeugd
ook de mensen wit
de verpleegster voor wie het te zwaar was
de verpleger die beter tilde
En wie was ik dan wel?
Die man naast je bed? Die er opeens was en dan niet was?
Waar was je pijp?
Dat geluid? De klappende deur van je duivenhok?
Dat geblaf? Had niemand vergeten je hond eten te geven?
Vader
We zijn bijna even oud
Ik zou je vriend kunnen zijn
je medesoldaat in de oorlog
je partner aan de kaarttafel
Ik liet je sterven in eenzaamheid
je geest was eenvoudig: je pappa en je mamma
je vrouw zo jong
de eeuwige tijd van het oude kind
We zorgden voor je
We regelden je begrafenis
je grafsteen
je laatste huis
je laatste bed
je naam
tussen twee jaartallen
Over dit gedicht
Geplaatst op: 29-03-2021
Over deze dichter
Eric Deprez (Actief sinds: 24-01-2021)
© Op dit gedicht 'Mijn vader' van Eric Deprez zijn auteursrechten van toepassing. Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.