«»
Van gele klinkers
Ontluiken tussen de stenen
De echo’s van wezen
Gevallen uit het ouderlijk nest
In de Kalverstraat
Zwermen consumenten
Op zoek naar buit
Beladen met volle tassen
De koopstallen in en uit
In de diepte de versteende rivier
Waarin men als mollen
Door buizen reist
Langs diagonale restanten
Van vroeger eeuwen
Muurankers van dik ijzer
Houden de muren overeind
Van de lommerd vol waren
Geruild tegen ekstergeld
Restgeuren van turf en verschaald bier
Stro en paardenmest
Het tjokvolk dwaalt door benauwde stegen
Gedruis van een mierennest
Aan de overkant van de het donkere water
Werden de nonnen ooit gestald op zolder
Voetbalfans drommen langs de rode ramen
Waarachter lokroepende slaapsters blinken
Naar hanige binken
De ouwe toren staat fier en zwaar
Van binnen bekleed met dode stenen
Afgesleten door tientenig voetvolk
Dwaalgasten waggelen achter elkaar
Omdat je hier moet zijn geweest
Op het keienplein de symmetrische
Rots waar de koningspinguin
Zich laat toejuichen
Tegenover de herdenkplek
Van de wandaden van het beestmens
Het reuzenrad brengt je naar vogelhoogte
Uitkijkend over kooien op wielen
Een kakafonie van brullen en gieren
Zo viert men hier een feest
De stad
Staand op oude kloostergrondVan gele klinkers
Ontluiken tussen de stenen
De echo’s van wezen
Gevallen uit het ouderlijk nest
In de Kalverstraat
Zwermen consumenten
Op zoek naar buit
Beladen met volle tassen
De koopstallen in en uit
In de diepte de versteende rivier
Waarin men als mollen
Door buizen reist
Langs diagonale restanten
Van vroeger eeuwen
Muurankers van dik ijzer
Houden de muren overeind
Van de lommerd vol waren
Geruild tegen ekstergeld
Restgeuren van turf en verschaald bier
Stro en paardenmest
Het tjokvolk dwaalt door benauwde stegen
Gedruis van een mierennest
Aan de overkant van de het donkere water
Werden de nonnen ooit gestald op zolder
Voetbalfans drommen langs de rode ramen
Waarachter lokroepende slaapsters blinken
Naar hanige binken
De ouwe toren staat fier en zwaar
Van binnen bekleed met dode stenen
Afgesleten door tientenig voetvolk
Dwaalgasten waggelen achter elkaar
Omdat je hier moet zijn geweest
Op het keienplein de symmetrische
Rots waar de koningspinguin
Zich laat toejuichen
Tegenover de herdenkplek
Van de wandaden van het beestmens
Het reuzenrad brengt je naar vogelhoogte
Uitkijkend over kooien op wielen
Een kakafonie van brullen en gieren
Zo viert men hier een feest
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriekNaar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht Geplaatst op: 21-02-2020
Beoordeel dit gedicht nu
5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Over deze dichter
ValentijnActief sinds: 28-12-2016 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘De stad ’ van Valentijn zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.