Bezeten
Bezeten.
In een onverwacht moment
Bemerkte ik ze in mijn hart
demonen
Hoe zijn in hemelsnaam daar zo snel gekomen ?
Waarom heb ik ze niet herkend?
In de strijd tussen twijfelen en hopen
Zijn ze uit hun ei gekropen
En nu zijn ze ook definitief beland.
In mijn zorgeloze niemansland
Ze stinken ,grijnzen en fluisteren kwaad.
Toen ik mijn vertrouwen had verloren leken ze uit het niets geboren
En toonden hun monsterlijk formaat
Ze groeien goed door twijfel en mijn angst gevoed
In de hoek zit argwaan , de vleugels nog gevouwen
Spoedig omarmt hij me met wantrouwen.
Afgunst heeft zich afgezet met een zuignap aan mijn bed
Ik weet dat als hij niet snel weer gaat
Ik vervuld word van zijn haat.
Boven mij hangt de tweeling spot en schuld
Mijn plafond is met hun stinkend slijm gevuld
En in de spiegel zie ik hoe angst mij stil beloert .Ze moeten weg!
Ik word beroerd.
Hoe krijg ik deze monsters weg
voordat zij bezit nemen van mijn denken?
Er is maar een manier om je te behoeden
Stop meteen met ze te voeden!
Ik heb ze de schrik van hun leven gegeven en
ze uitgehongerd uit mijn hart verdreven
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 22-04-2019
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Godefridus Niemans (Actief sinds: 10-04-2019)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Bezeten’ van Godefridus Niemans zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.