LICHT DES LEVENS

Han Messie

Ik toef in een woud van rozenbomen.
Wit-roze schemer verzacht een zangersmond,
die overal klinkt, uit bloemen, op de grond.
Broederschap tussen elfen gnomen?

Ach, hier blijven, nooit meer vandaan komen...
Geurige rozenadem zweeft soezend rond,
toont zijn zoete draaidans als eeuwige stond,
maar drijft me tevens naar de boszomen.

Mijn reis gaat door uitgestrekte velden,
nachtelijke wijdte zonder maneschijn.
Vragend duister doet zich dreigend gelden.

Slechts een klein, eenzaam sterrenbeeld glanst rein
om onvatbare tijding te melden:
de hemelse bloem spreekt, zal altijd zijn.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 27-05-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘LICHT DES LEVENS’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.