INLOGGEN
«»

Mijn handen



Als mijn handen
zouden kunnen praten.
Zij zouden het zeker niet laten
zij kwamen dan heel verbaal
met een levendig verhaal
dat zo in de bouqetreeks zou belanden.

Reeds in mijn kinderjaren
werkten zij zich de blaren.
Op zee werden zij al vroeg getergd,
daar werd veel van hen gevergd.
dag en nacht waren zij in de weer
en bezeerden zich keer op keer.

Zij waren nog maar negentien
toen zij één vinger verloren
Vermorzelt, onder luid gegil
tussen de tandwielen van `t ankerspil.
Zij pasten zich heel snel aan
om met negen verder te gaan.

Zij ervaarden lief en leed,
werden `s winters warm bekleed
en ook lag het voor handen
dat zij zich nergens aan zouden branden.
Zij genoten als zij streelden
of onder de dekens speelden.

Ook maakten zij nooit bezwaar
om kennis te maken met weer een ander paar
Ook lieten zij nooit merken
een hekel te hebben aan werken.
Ondanks hun gevallen lotgenoot
bleef hun inzet altijd groot.

Zelfs nu zij oud en gerimpeld zijn
komt uit mijn vingers deze gein
zij vertellen u onomwonden
nadat zij `t toetsen bord vonden,
dat niets werd gezogen uit mijn grote teen
maar dat alles met eigen hand verscheen.
DdJ.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht   
Geplaatst op: 08-02-2016

Beoordeel dit gedicht nu

10 9 8 7 6
5 4 3 2 1

Over deze dichter

Dolf de Jong
Actief sinds: 26-12-2015 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Mijn handen’ van Dolf de Jong zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.