Want op vakantie

jacob constant

Want op vakantie

Een paar suède wanten
Was al tijden bij elkaar
Geschenk nog van de sint
Uit vroeger jaren dus
Dierbaar bezit, emotioneel
Op een winterdag
Valt een van de twee
Van de fiets
Niet goed vastgezet
Onder de snelbinder
De eigenaar fietst het hele eind
Naar het station, waar de rit begon,
Terug, maar natuurlijk tevergeefs
De rechterwant heeft hij nog
Dus fietst hij de winter door
Met slechts een hand aan het stuur
In februari is het wat langer licht
En moet de eigenaar ’s avonds nog
Terug naar zijn werk
Met de trein
Is bijna bij het station en ziet
Langs de rand van het trottoir
Op de hoek een onooglijk nat bruin ding
Het zal toch niet?
De linker want ligt een dag
Op de centrale verwarming
En komt dan weer bij zinnen
Was drie weken lang
Op wintervakantie, en nu,
Tien jaar later, zijn de twee nog bij elkaar
Tot groot geluk van de eigenaar