«»
als kabbelend helder water lig je daar
in het zand aan de oever van de stroom
als in een droom zonder schroom
samen klimmen wij op het vlot
en stevelen tot aan gindse wilgen die zijn afgeknot
daar vleien we ons ter neder in het zachte gras
voor we inschepen op de klaarliggende barkas
ik loods je naar het einde van de einder
waar de elfen wonen daar bij de gezichtseinder
daar waar de zon neigt ter kimme is onze koers
op een kalm zeebed van verkreukeld grijsblauw velours
wij volgen de zon opdat het donker ons niet kan vermoeien
en voor immer en altijd in het zonlicht kunnen stoeien
en wanneer vermoeidheid en honger ons plaagt
varen gaan wij voort onversaagd doch bedaagd
ik neem mijn scherpe Damascener misericorde
die ik zorgvuldig omgordde
en vang je een zalmroze zalm of een vette beekforel
die ik smakelijk zal bakken op zijn grijszwarte vel
als het donker ons inhaalt trekken wij naai kooi
belegd met donzen kussens, wat ben je toch mooi
en na een of meerdere erotische oefeningen
erogene zones ontwarend als zinsbegoochelingen
kleurt de dageraad ons wakker in perzikrood
en geeft de dag zichzelf zonder schroom bloot
om ons te leiden door een dag vol avonturen
door toppen en golfdalen tot in de avonduren
wanneer storm en donder ons wagen te storen
reven wij zeil en peddelen we recht naar voren
en drijven naar kalm water onder het Clair-obscuur
van dit onrustige middernachtelijk donder uur
van zodra de klokke twaalf slagen slaagt
worden ons aller handelingen vertraagd
en ik vraag de slanke blonde maagd
of deze droom haar heeft behaagd.
Droom van de blonde maagd
De karmozijnen strik in je haar van glas helder en klaarals kabbelend helder water lig je daar
in het zand aan de oever van de stroom
als in een droom zonder schroom
samen klimmen wij op het vlot
en stevelen tot aan gindse wilgen die zijn afgeknot
daar vleien we ons ter neder in het zachte gras
voor we inschepen op de klaarliggende barkas
ik loods je naar het einde van de einder
waar de elfen wonen daar bij de gezichtseinder
daar waar de zon neigt ter kimme is onze koers
op een kalm zeebed van verkreukeld grijsblauw velours
wij volgen de zon opdat het donker ons niet kan vermoeien
en voor immer en altijd in het zonlicht kunnen stoeien
en wanneer vermoeidheid en honger ons plaagt
varen gaan wij voort onversaagd doch bedaagd
ik neem mijn scherpe Damascener misericorde
die ik zorgvuldig omgordde
en vang je een zalmroze zalm of een vette beekforel
die ik smakelijk zal bakken op zijn grijszwarte vel
als het donker ons inhaalt trekken wij naai kooi
belegd met donzen kussens, wat ben je toch mooi
en na een of meerdere erotische oefeningen
erogene zones ontwarend als zinsbegoochelingen
kleurt de dageraad ons wakker in perzikrood
en geeft de dag zichzelf zonder schroom bloot
om ons te leiden door een dag vol avonturen
door toppen en golfdalen tot in de avonduren
wanneer storm en donder ons wagen te storen
reven wij zeil en peddelen we recht naar voren
en drijven naar kalm water onder het Clair-obscuur
van dit onrustige middernachtelijk donder uur
van zodra de klokke twaalf slagen slaagt
worden ons aller handelingen vertraagd
en ik vraag de slanke blonde maagd
of deze droom haar heeft behaagd.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriekNaar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht Geplaatst op: 02-03-2020
Beoordeel dit gedicht nu
5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Over deze dichter
Ron DietvorstActief sinds: 18-05-2018 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Droom van de blonde maagd’ van Ron Dietvorst zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.
Meer gedichten in de rubriek: Gedichten over dromen
Nieuwste gedichten
- Dromen zijn een gedrocht
- [ Harte-geest ]
- [ Ik zou graag ]
- Nachtelijke ontmoeting
- In jou
- Worden wie ik ben.