Mevrouw Janissen

Valentijn

Ik was toen broeder
Schoonmaker en mensenhoeder
De dood lag aan haar voeten
Haar dagen waren uitgeteld
Ze greep mijn hand, ze wilde drinken
Maar eerst wat eten was me verteld
Ik bracht wat water naar haar lippen
Liet de stukjes brood maar staan
Ben daarna met vegen verder gegaan

Plotseling werd er heimelijk geschoven
Er verschenen witte schermen om haar bed
Ze behoorde nu tot de zwijgende doden
De andere oudjes werden in de recreatie gezet

Het hoofd had erop aangedrongen
Eerst eten geven en daarna laten drinken
Maar mijn meelij had het hier gewonnen
Haar schip was lek, ze wilde zinken

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 24-03-2020

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Valentijn (Actief sinds: 28-12-2016)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Mevrouw Janissen’ van Valentijn zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.