Gebedenreis
Ik vulde mijn koffer met zachte gebeden,
die ik meedraag naar een ongerept vergezicht
Als de hemel haar ware ziel onthult,
ontgrendel ik de koffer
Op alle hoeken plant ik een gebed,
het laatste midden in het veld.
De overige gebeden bewaar ik
voor een nieuwe dag
De dag dat ik naar huis keer,
strooi ik gebeden langs het pad
Bij elke stap ademt mijn verleden,
overdenk ik over wat nog in nevelen gehuld is
Over dit gedicht
Geplaatst op: 05-12-2024
Over deze dichter
Paul Duyvesteyn (Actief sinds: 11-03-2017)
© Op dit gedicht 'Gebedenreis ' van Paul Duyvesteyn zijn auteursrechten van toepassing. Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.