Zacht Zingen De Bossen

Willem Bernardus Tijssen

Zacht zingen de bossen;
De molen maalt. Mijn ziel
Is aan het dolen. Mijn reis is
Nog niet afbetaald.

Het leven is een reisje.
Erom treuren is voor
Na de dood. Bitter is
De weemoed van de
Pelgrim, zwijgend onder
Het avondrood.

Het verdriet van de
Eenling is soms groter
Dan het leven kan zijn.
Eenzaam zijn de tranen,
Vergoten onder de treurwilgen
In de maneschijn.

De vier wieken van de molen
symboliseren elk een nieuw
seizoen. Zij malen in mijn hoofd rond;
Viermaal de keus om het anders te doen.

Een zwerver zal het niet deren,
Dat hij geen andere ogen ziet.
Wat niet ziet kan ook niet bezeren;
Heeft hij veilig opgeborgen in zijn
knapzak van verdriet.

Zacht zingen de bossen;
De molen maalt. Ik kreeg een tik
Van de molen. Ik hoop te krijgen
Waarvoor ik heb betaald.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 15-05-2015

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Willem Bernardus Tijssen (Actief sinds: 02-03-2015)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Zacht Zingen De Bossen’ van Willem Bernardus Tijssen zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.