WENSGROT

Han Messie

Fakkelgloed streelt de onderaardse zaal
vol grillige kegels, die eeuwig druipen.
De berggids, Tom Poes en heer Bommel sluipen
kil voort; opeens hort en stopt de vuurstraal.

Hier klinkt Ollies hartenkreet bij luid kabaal:
""Dat ik mij met alles zal bedruipen!'
Rollende echo geeft de rotsen stuipen;
een steen raakt los, treft de roeper brutaal.

Hij gaat weg, is een maand later weer in 't hol
als een geslagen, zwaar beproefd iemand:
veranderd brein, verdwaasd, helemaal dol.

Opnieuw houdt het gewelf ternauwernood stand.
Olivier schreeuwt, dankzij zijn zere bol:
"Mijn oude aard terug: stuntelige kwant!"

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 14-01-2022

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)

Informatie bij het gedicht

Tom Poes en heer Bommel bezoeken in het winterse Alpengebied een grot, waar je een wens schijnt te kunnen doen. Heer Bommel wenst dat hij met alles zal slagen, maar juist daardoor verliest hij zijn eigen wezen.. Na een maand kan hij deze wens in dezelfde grot weer ongedaan masken en is hij weer de wat wereldvreemde heer, die verhalen mag vullen.

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘WENSGROT’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.