Ochtend

C.M. Brown

Ik word wakker,
Ik kom uit bed, doe mijn ochtendjas aan
En trek de band ietwat strakker.

Ik kijk even in de spiegel,
Ik zie mijzelf zo staan,
Zo muf, zo duf, ik giechel.

Ik zet een beker koffie klaar,
En terwijl die langzaam afkoelt
Doe ik wat water in mijn haar.

Ik drink de koffie helemaal op,
Stap de deur uit en op de fiets,
Rijd ik door totdat ik bij het stoplicht stop.

Ik sta lang stil,
Ik word geïrriteerd,
Omdat ik zo graag door wil.

Hij springt op groen,
Ik schrik ervan maar ben opgelucht,
Ik wil tenslotte nog zoveel doen.