PLAATS
's Nachts stappen landlopers
over het ruige wijde veld
bij de groep kerels
brandt een fakkel _ zacht deinend
de huppende flambouwspits
is een eigenwijze vuurtong
die wegvliegt op een windvlaag
tussen graspluimen neervalt
de kleine rode danseres
ziet vol trots haar nazaten
welke snel geboren worden
onder gulzig geknetter
steeds meer planten verslinden
de moeder van de heidebrand
wil vrijheid _ zoekt verder
zweeft als eenzame vonk
door het wenkende duister
wordt gevat
binnen vier glanzende ruitjes
waggelt ze rustig op een kaars
bewondert eigen weerschijn
in het glas om haar heen
kent de blije gedachte:
"slechts zijn wat ik ben"
dankzij het gevallen dwaallicht
leidt een oude lantaarn
de beide geliefden
naar de nachtelijke einder.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 04-06-2018
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)
Informatie bij het gedicht
De zwervers hebben onbewust een kleine heidebrand gesticht. De eerste vlam -van de fakkel gevallen- zweeft weg, komt neer en wordt door een paartje gevonden, dat haar meeneemt in een lantaarn en er verder mee wandelt door het duister.
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘PLAATS’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.