Kindertjes

Coby Leeuwenburgh-kloosterman

Ze zijn drie en vier,
en hebben veel plezier.
Ze maken een trein,
bij Oma mag dat,
en dat is fijn.
Ze zetten wat stoelen achter elkaar,
tjoeke, tjoeke, rijden maar.
Daarna is de poppenwagen aan de beurt,
het is het jongetje wat daarmee scheurt.
Oma is jarig, ze zingen een lied,
alleen Oma hoort en ziet het niet.
Oma is druk met sap en chips,
oef, het meisje valt op haar bips.
Het wiel van denkbeeldige trein gaat kapot,
de jongen haalt een ander wiel en
is verzot,
om alles te repareren.
Het spelen samen houden ze lang vol, kort erop,
duim in de mond en moe,
dan zijn ze aan hun bedje toe.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 20-03-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Coby Leeuwenburgh-kloosterman (Actief sinds: 07-03-2017)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Kindertjes’ van Coby Leeuwenburgh-kloosterman zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.