INLOGGEN
«»

De zoon van het zwarte water

DE ZOON VAN HET ZWARTE WATER

Ik stond vaak aan de oever van het riviertje te kijken hoe het water stroomde en hoe het aan mij voorbij trok.

Het water kleurde zwart omdat het nauwelijks zonlicht kreeg door de vele bomen langs de kant met hun uitgebreide bladerdak.

Het water stroomde onrustig, alsof het voortdurend haast had en hier zo snel mogelijk vandaan wilde geraken.

Als ik zo naar het donkere water staarde schoot mij telkens één woord te binnen :

Onheilspellend.

Het water zag er namelijk dreigend uit alsof het kwaadaardig van aard was.

De bomen bogen zich over het water alsof hun bladerdak het wijdvallende gewaad was van een kwade tovenaar.

Dieren zag je hier niet : geen vissen of vogels en zelfs geen ratten of insecten.

Je zag ook nooit iemand langskomen in een bootje en je zag hier nooit iemand vissen aan de waterkant.

Dit was een naargeestige plek, alsof er boze geesten in het spel waren, die bezit hadden genomen van het water en de stroming.

Ik had voor geen goud in dit water willen zwemmen.

Het water zou je opslokken en naar beneden trekken en je lichaam zou nooit meer gevonden worden, daar was ik van overtuigd.

Naast de rivier liep de drukke snelweg, waar de auto’s dag en nacht voorbij raasden.

De automobilisten zagen het water echter niet.

Vanaf de weg moest je namelijk een heel stuk naar beneden lopen door tamelijk dichte begroeiing om hier te kunnen komen.

Het huis waar wij woonden stond pal naast de rivier en was eveneens aan het zicht van de auto’s op de snelweg onttrokken.

Het huis stond zo dicht bij het water dat wanneer ik 's nachts in bed lag ik de rivier naast ons huis duidelijk hoorde stromen.

Ik hoorde de rivier fluisteren over dingen die me bang maakten, zoals de apocalyps op komst.

Het water sprak dreigende taal en fluisterde me toe dat ik ziek zou worden en dat ik binnenkort dood zou gaan.

De rivier sprak mijn naam en hoewel ik mijn naam nooit aan het water had toevertrouwd, las het kennelijk wel mijn gedachten.

Dit was een plek die ik wilde verlaten om vervolgens nooit meer terug te komen.

Maar ik ging niet weg.

Sterker nog, als het zwarte water dat van mij verlangde, dan zou ik hier altijd blijven.

Ik huilde even van diepe wanhoop en daarna voelde ik me gelukkig enigszins opgelucht.

Toen keek ik berustend naar het water terwijl het bladerdak erboven me troostte met haar wiegende bewegingen.

Het bladerdak was als een grote hand die boven me zweefde en die me altijd zou beschermen tegen de buitenwereld.

Er werd naar mij omgekeken en er werd voor mij gezorgd, ik zag dat nu heel helder.

Het zwarte water riep zijn zoon tot zich.

Ik was de zoon van het zwarte water.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht   
Geplaatst op: 08-06-2020

Beoordeel dit gedicht nu

10 9 8 7 6
5 4 3 2 1

Over deze dichter

Vincent Oostrijck
Actief sinds: 20-08-2017 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘De zoon van het zwarte water ’ van Vincent Oostrijck zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.