INLOGGEN
«»

De Vaas



Ik ben een doodgewone kat
`k zat in de vensterbank op m`n gat
te genieten van wat rond om mij heen gebeurde
Tot een vlinder steeds maar om mijn kop heen zeurde.

Voor mijn ogen kwam een waas,
ik sloeg toe; maar had geen erg in die vaas.
Nu de gevolgen heb ik toen geweten,
die zal ik dan ook nooit vergeten.

Die vaas kiepte vanuit de hoek
Precies op mijn baas zijn platenboek.
Dit stemde mijn baas niet blij,
hij ontstak in razernij.

En ik;...ik was zo geschrokken,
ik schoot pardoes onder de bazin haar rokken.
Mijn baas tierde moord en brand,
hij had zich zelve niet meer in de hand.
Heel de familie kreeg de schuld,
maar hij heeft mij nooit geduld.

Ik trachtte het noch goed te maken
en gaf hem kopjes, maar hij was niet meer te genaken.
Ik kon aan zijn grijpende handen niet ontkomen,
hij kwakte mij in een tas en heeft mij mee genomen.
Heel de familie was ontstelt door zijn brute geweld,
ondanks dat ik heel zielig in die tas zat te mauwen.

Hij wilde mij niet langer hauwen.
Elsje die lieve meid, voerde om mij nog een hevige strijd.
Doch ook dit mocht niet meer baten,
er viel met hem niet meer te praten.

Maar ja, hoe kwam ik toch zo dom,
normaal gooi ik nooit iets om.
Had ik die vlinder maar laten gaan,
dan had hij mij nu niet in die tas gedaan.

Maar ach hij heeft mij nooit gemogen,
hij moest mij van de familie toch gedogen.
Het was de druppel die de vaas deed overlopen,
ik hoefde nergens meer op te hopen.

Ook nadat mijn bazinnetje het voor mij had opgenomen,
Is hij niet meer op zijn besluit terug gekomen,
ondanks roepen en vragen
heeft hij de deur achter ons dicht geslagen.

Hij deponeerde de tas met mij in de kofferbak.
Ik dacht nog, nu is het met recht een kattenbak.
Hij reed de stad uit naar het platte land
en stopte in de buurt van een boerderij,
pakte de tas en liet mij toen vrij.

Hij had zijn gram gehaald en ik had de tol betaald.
Toen hij is weg gereden toen keek hij heel tevreden.
Ik liep naar de boerderij, ik moest toch iets verzinnen
en plots was daar de boerin, zij riep mij liefjes binnen.

Toen kwam er een eind aan mijn smart
Ik vond daar dierenvrienden naar mijn hart.
En niet eens zo heel veel later
raakte ik bevriend met een grote stoere kater.

Alle leed is nu geleden,
die boerderij is voor mij het hof van eden.
Van de kater kreeg ik zoveel genegenheid en toewijding,
dat ik pardoes zorgde voor gezinsuitbreiding.

Nu knor ik tevreden in een grote doos
met bij mij mijn lieve kroos
Al vliegen hier nu vlinders groot of klein;
het zal mij een zorg zijn.

DdJ.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht   
Geplaatst op: 04-02-2016

Beoordeel dit gedicht nu

10 9 8 7 6
5 4 3 2 1

Over deze dichter

Dolf de Jong
Actief sinds: 26-12-2015 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘De Vaas’ van Dolf de Jong zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.