INLOGGEN
«»

Tobias



Verdrietig staat hij daar te staren,
op het strand van Wijk aan zee.
Hij had zo graag willen gaan varen,
Maar hij mocht van pa niet mee.
Zijn verlangen naar de zeevaart,
naar de schepen op de ree,
naar die schepen in verten.
Is het dat hij verlangend staart.
`t Zeewater spoelt over z'n benen,
terwijl hij dan heel zachtjes weent.
Terwijl de tranen van gevoel,
biggelen zachtjes langs zijn smoel.

2 Maar aan `t einde van het schooljaar,
dan ben jij met het leren klaar.
Nu dan mag je mee gaan varen,
naar de landen over zee.
Zo sprak hij toen bij zijn afscheid.
Dat had hem toen zo verblijd.
maar Oh toen die ramp gebeurde,
was het ook voor hem gebeurt.
Want zijn pa is nooit gekomen,
maar naar de hemel toe gegaan.
Toen zei zijn moeder wenend;
Tobias blijf toch bij mij.

Nee moeder ik ga niet varen,
u laat ik nu niet alleen.
Doch terwijl hij dat beloofde,
spatte zijn dromen wel uitéén.
Maar als u vader gaat bezoeken;
boven bij ons Lieve Heer,
dan zal ik niet langer wachten.
Op mij wacht dan niemand meer.
Ik ga dan varen als mijn vader,
heel de wereld in het rond
en trotseer dan die gevaren;
waar mijn pa zijn einde vond.
DdJ.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht   
Geplaatst op: 30-01-2016

Beoordeel dit gedicht nu

10 9 8 7 6
5 4 3 2 1

Over deze dichter

Dolf de Jong
Actief sinds: 26-12-2015Informatie bij het gedicht:

Met bovenstaand gedicht heb ik getracht een lied te schrijven en met improvisatie kan men het ook zingen op de wijs van het bestaande lied "Op het strand stil en verlaten" Dus mensen zing eens mee en laat weten of het een beetje klopt. Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Tobias’ van Dolf de Jong zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.






Om dit gedicht toe te voegen aan je favorieten dien je ingelogd te zijn. Log dus eerst in op de website. Als je nog geen account hebt, maak dan een account aan op deze website.