MOEDER

Piety Veenema

(geïnspireerd op “Impasse” van Martinus Nijhoff)

Wij zitten in de kamer, zij en ik
Als vierde kind van zeven dacht ik al lang:
Vraag het haar, maar ik was bang,
wachtte op het juiste ogenblik.

Maar haar zien zittend, zo broos en teer,
haar vest over haar nachthemd heen,
haar ogen zo star, vel over been,
weet ik: aarzelen kan niet meer.

‘Als j’er vroeger iets aan had kunnen doen,
was het dan bij twee of drie gebleven,
zou ik er zijn geweest, zou ‘k er toe doen?’

Haar hele bord pap zijn we stil gebleven
pas als ik theeschenk en haar voorhoofd zoen,
zegt zij: ‘Dat moet je niet doen.’

Piety Veenema

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 19-01-2022

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Piety Veenema (Actief sinds: 17-01-2022)

Informatie bij het gedicht

Met dit gedicht won ik een prijs in een gedichtenwedstrijd van de Leeuwarder Courant (Lyrische Courant) met als thema “Drama”. Het is geplaatst in de bijlage “Freed” van 16 oktober 2009. Ik was erg verrast, want dát had ik totaal niet verwacht.

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘MOEDER’ van Piety Veenema zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.