Een geplette oliebol op de boulevard

Vincent Oostrijck

Een geplette oliebol op de boulevard van Scheveningen

Een man loopt te wandelen
Op een maandagmiddag
Op de boulevard van Scheveningen

Een koude Noordzeewind blaast
Doorklieft zijn veel te dunne jas
Snijdt zijn tere huid aan flarden

De boulevard ligt er verlaten bij
Slechts weinigen trotseren dit weer
Aan het begin van het nieuwe jaar

De grond is bezaaid met dood vuurwerk
Nadat de schittering was gedoofd
Bleven er alleen zwartgeblakerde lijken over

Plotseling stopt de man
Hij kijkt geïntrigeerd naar een oliebol
Die eenzaam op de grond ligt

De man glimlacht wrang
De symboliek ontgaat hem niet
Hij doorvoelt zijn eigen tragiek

Hij zegt:

"Ik ben die oliebol
Weggesmeten
Platgetrapt
Geplet"

De belofte van een beter jaar
Wordt weer keurig opgeborgen
En nu terug naar standje overleven