«»
De dag die je wachten moet
is lang en ver verwijderd.
Wacht hem lezende,
lerende wat levenswijsheid,
of doe wat aan je dansen,
't ballet trekt je immers?
De dag dat ik wachten moet
loop ik tegemoet,
terwijl ik te schrijven tracht,
wacht, vertel me, toen je wegliep,
hoeveel sloten ben je gepasseerd?
Hoeveel wegen liggen er tussen ons,
hoeveel steden, hoeveel heuvels, hoeveel weiden?
Ach wat ook,
tel niet wat tussen ons is,
tel wat in ons ligt,
ach, wacht ook de dag, wacht af.
3. De dag dat je wachten moet
IIIDe dag die je wachten moet
is lang en ver verwijderd.
Wacht hem lezende,
lerende wat levenswijsheid,
of doe wat aan je dansen,
't ballet trekt je immers?
De dag dat ik wachten moet
loop ik tegemoet,
terwijl ik te schrijven tracht,
wacht, vertel me, toen je wegliep,
hoeveel sloten ben je gepasseerd?
Hoeveel wegen liggen er tussen ons,
hoeveel steden, hoeveel heuvels, hoeveel weiden?
Ach wat ook,
tel niet wat tussen ons is,
tel wat in ons ligt,
ach, wacht ook de dag, wacht af.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriekNaar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht Geplaatst op: 15-12-2018
Beoordeel dit gedicht nu
5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Over deze dichter
Jan SenActief sinds: 01-10-2018Informatie bij het gedicht:
6 januari 1955, (een koude, sombere donderdag) in de nacht na het feest bij Ping. Jeugdvriend uit HBS tijd. Auteursrechten
Op dit gedicht ‘3. De dag dat je wachten moet’ van Jan Sen zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.