As je je stem roert.

Jan Sen

Als je je stem roert
en je adem beweegt je spreken,
als je wenkbrauwen stijgen
en je pupillen groter, groter worden
(als handen zo groot),
dan maken zich vogels
uit mijn lichaam los die
schuren langs mijn schrale armen,
schreeuwend uitvlieden,
fluisterend dan weer vliegen,
steeds
steeds
naar gescheiden lippen
oh,
sluit sluit je mond, je
tong je speeksel je gehemelte
kunnen niet zwijgen van je liefde,
je huid moet steeds bloeien
van schatrijke kooplieden
die zingen door nauwe straten,
die steden verbranden achter hun zang,
die velden doorwoelen en
bossen doorkruisen,
kruipend op handen en voeten
en als ik hun koopwaar koop,
hun vragende ogen verzadig,
dan zuigen zij mijn maag leeg,
mijn honger stijgt mij naar de keel.
Laat 't, laat 't, laat je huid, oh,
hou je lichaam toch in bedwang,
ik zeg je, je valse tanden
zijn pronkjuwelen

kroonjuwelen van schittering
en je wangen walmen naar

naar andere werelden, je
weet niet waar, naar
andere werelden je weet niet
hoe er te komen.

Goed dan, als je niet ophouden kunt
laat mij dan
oh, laat mij
dan toch tenminste met rust.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 22-10-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Jan Sen (Actief sinds: 01-10-2018)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘As je je stem roert.’ van Jan Sen zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.