INLOGGEN
«»

De hitte van het koude laken.

De hitte van het koude laken
slaat wasem tegen het natte behang,
stenen stad van onheil, ontucht.

Je
lichaam je lijf je lenige
benige benen
je dijen deinen je
vocht.
Weet,
werelds onheil kan
je zwarte knecht je
hartstochtelijk hijgen
altijd, altijd----
nooit gelukkig meer zijn.

Nee, dan
sterven na dit mooie
ogenblik.
Laat me rustig doden, gedood
worden.
Het zware drachtige maaggevoel
zal mij niet, nee
mij niet gebeuren.

Ik wilde
ik wilde je nooit ontmoet te hebben, jawel,
de donkere levenskamer
had geen dieper leven
kunnen verwachten
maar
weet dan
weet dan
straks de roepende vinger
in je rug,
je hand zal de groeiende liefkozen,
maar de belachelijke mens ziet:
je bent jong.
Een eiland, meisje,
vreemd meisje,
een eiland voor ons alleen.
Ik zou mijn God gevonden hebben
jij schone, schone
godin.

Nog een maal, nee,
geen maal, het
was al te veel.

Maar dat eiland,
is het er niet?

Dat gevlekte, groeiende leven
't zegt zeker zeven
tijden, negen tijden, dan
waarom, vader, moeder,
(mooie, ja mooie moeder)
maar waarom?

Weet dan, weet dan weet dan toch
we zullen moeten zwijgen,
zelfs geen handgebaar.
Noch jij, noch ik,
wij hebben geen antwoord klaar.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht   
Geplaatst op: 17-10-2018

Beoordeel dit gedicht nu

10 9 8 7 6
5 4 3 2 1

Over deze dichter

Jan Sen
Actief sinds: 01-10-2018 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘De hitte van het koude laken.’ van Jan Sen zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.






Om dit gedicht toe te voegen aan je favorieten dien je ingelogd te zijn. Log dus eerst in op de website. Als je nog geen account hebt, maak dan een account aan op deze website.