De Ochtendmens

Willem Bernardus Tijssen

Bij het vroege ochtendlicht,
Krijgt elke dag zijn nieuw gezicht.
Ik kijk wat om mij heen,
En fluit de vogels weg van onder hun steen.
Wat kan de ochtendmens gelukkig zijn,
Om het kleine, dat toch heel groot kan zijn.

Bij het vroege ochtendlicht,
Plooien de zorgen mijn gezicht.
Ik wordt mij langzaam bewust van de zwaarte van de dag.
Van wat mogelijk is, maar vooral niet mag.
Wat kan de ochtendmens beperkt zijn,
Om de grote pijn, die de mens toch weer heel klein doet zijn.

Bij het vroege ochtendlicht,
Toont zich toch altijd weer een glimlachend gezicht.
Ik weet dat wat er op mij drukt van belang,
Van betrekkelijke aard is op mijn vroege ochtendgang.
Wat kan de ochtendwereld toch schitterend zijn,
Voor de kleine mens, die zich bewust is een deel van de grote wereld te zijn.

Mijn hele wereld draait zich naar het ochtendlicht.
Geeft aan de dag zijn nieuwe gezicht,
Waarachter ik al mijn zorgen heb opgeborgen.
Geen vrijheid weet zich beter verworven,
Dan de vrijheid, die wordt gevoeld bij het licht van de nieuwe morgen

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 05-04-2015

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Willem Bernardus Tijssen (Actief sinds: 02-03-2015)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘De Ochtendmens’ van Willem Bernardus Tijssen zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.