Die hoogbejaarde vrouw

Dakoyria

Moeizaam, met sterk gebogen rug zie ik haar
schuifelend achter de rollator gaan
Ik ben nogal te vroeg, van harte welkom maar
zij moet nog wel een luierbroekje aan.

Met een schok bedenk ik dat ik haar veel te
lang niet heb gezien; opgeslokt door eigen
besognes sindsdien
Zij vertelt me over haar belevenissen en ik
stel me in haar plaats.

Haar dochter plus schoonzoon heeft zij nu
verloren zegt zij struikelend over haar
woorden, in haar erge haast
Ik kijk naar haar, een vrouw die nog maar
weinig ziet Wat kent zij veel aan verdriet.....

Het uiten daarvan vindt zij maar niks;
niets dan zelfmedelijden heeft zij al vlot
beslist
Grotendeels op de tast breit zij nog wat
voor een kind in een vergelegen land.

Belangrijk is wél de kleur, anders raakt
zij bij het niet zien teveel onthand
Met haar laatste restjes zicht maakt zij
ook wel een kruiswoordpuzzel
Haar kamer komt zij niet meer af.

Feitelijk wacht zij op de dood met nog
kleine afleidinkjes wat nog plezier gaf
Bij het afscheid vraagt zij mij: Kom je
over drie jaar pas weer? Ik vertel maar
niet over eigen gezondheid Zij behapt
het wellicht niet meer.

Dakoyria, 2018.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 08-03-2018

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Dakoyria (Actief sinds: 08-11-2015)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Die hoogbejaarde vrouw’ van Dakoyria zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.