ACHTERNA

Han Messie

De tijger sluipt deinend door dichte struiken;
zijn zolen komen als donzen kussens neer.
De neus snuift diep, gaat voortdurend heen en weer.
Welke windstreek laat zich het beste ruiken?

"Mag ik spoedig mijn maaltijd gebruiken?"
denkt 's wildernis' grote, gevreesde heer.
Beducht zijn het zwijn en 't hert, zelfs de beer.
Een sluw dier kan het gevaar ontduiken.

De jakhals volgt de sierlijke jager,
ontwijkt diens reuk en oog, maakt lichte sprongen,
verschuilt zich even, loopt dan wat trager.

Hoger heeft schoon speurwezen verwrongen,
drijft de achterbakse, bange belager:
lust tot zelf zoeken is geheel verdrongen.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 28-07-2020

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘ACHTERNA’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.