Muizen plagen

Cedrych van Mourik

Huist en ruist er thuis één muis,
dan huizen er straks duizenden.
Achter muren verscholen, de holen van muizen.
Thuis! Besloten ze gnuivend.

Die gluiperds bevuilen, met puisterige builen,
de ruilwaar, en lucht die we zuigen.
En huiverig kruist, het gepluis in het vuilnis,
het luid gekrijs, uit de meid, houd je muil eens.

Ze buigen voor niemand, verbruien het goed,
doen plinten vergruizen, geen spijt betuigen.
Hooguit uitsluitend, uitbuikend, uitbuiten.
Naar buiten! Gespuis! Uit m'n huis!

Een duit voor een kat, en 't duizelde de muizen,
als van suizende uilen, die jagen en huilen.
Ze gebruiken hun snuiten, om uitmuntend te ruiken.
Bruisende munt, 't kruid kan ze stuiten.

Door vallen van buizen en sluizen verduisterd.
Angstvallig geluisterd Gepiep werd gefluisterd
Allen ontvoerd, ontroerd...gesnuif...
Dan maar verhuizen! besloten de muizen.

En liep je toch, iets te vroeg te juichen,
het geeft ook niets, 't is onzer huize.
Wij zijn hier echt nog lang niet weg...
Dus vette pech, die muizen!

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 10-04-2020

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Cedrych van Mourik (Actief sinds: 09-04-2020)

Informatie bij het gedicht

Ik had een muizenplaag.

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Muizen plagen’ van Cedrych van Mourik zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.