Biodiversiteit
Er zijn weer nieuwe soorten
In mijn laboratorium ontstaan
Een uitbreiding van de biodiversiteit
Elk dier heeft nu ook een eigen naam
De kachel-aap:
Hij zit er warmpjes bij, hij loopt op sloffen
Soms komt er stoom uit zijn oren
Dan lijkt hij uit elkaar te ploffen
Maar alles functioneert naar behoren
Ketel-muis:
Je vindt deze muis vaak in de keuken
Daar snuffelt hij rond en zoekt zijn eten
In pannen maar vooral in ketels
Gladgeschuurde, zonder deuken
Fluister-vink:
Heeft zijn ouderlijk huis vroegtijdig verlaten
Naar vreemden kan hij goed luisteren
Tegen familie weigert hij te praten
Bij opwinding gaat hij zachtjes fluisteren
Water-kangeroe:
Deze heeft zwemvliezen en watertanden
Klimt in elk bad en spettert erop los
Voelt zich thuis op nudistenstranden
Maar ook in een mangrovebos
Goud-ezel:
Hij is gek op alles wat blinkt
Draagt glanzende hoeven en een aureool
En hoe gek het ook klinkt
Hij is muzikaal en speelt viool
Sluik-varken:
Hij wentelt zich graag in jonge spruiten
Alles stiekem en in het geniep
Overdag komt hij niet buiten
Dan heeft hij de zogenaamdegriep
Lucht-schaap:
Ook al vliegt zij boven de daken
Zij lijkt op een wolk maar is het niet
Ze weet een luchtige snaar te raken
Als je haar schuchtere capriolen ziet
Klooster-mus:
Deze soort is religieus van aard
Bidt hoog boven de huizen
Duikt naar beneden met een vaart
Nestelt het liefst op kerkhofkruisen
Stoppel-paard:
Heeft overal haar, maar kan er niet tegen
Wat anderen ook beweren
Zo’n vacht is eigenlijk een zegen
Hij laat zich elke week helemaal scheren
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 05-01-2019
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Valentijn (Actief sinds: 28-12-2016)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Biodiversiteit’ van Valentijn zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.