Twee priemende bosuilogen in de nacht

Willem Bernardus Tijssen

Majestueus doordringen in de
nacht twee priemende ogen
onverwacht; naar al wat
tijdens de nachtelijke uren
met huid en ziel zijn weg
moet sturen langs de koningin
van de nacht; het angstig sluit-
stuk van een nacht, die ongevraagd
wacht.

Een observatie tijdens haar
manifestatie; geen prettige
ontmoeting tijdens een directe
confrontatie met zo'n bosuil,
die schijnbaar onhoorbaar vals
lacht. Meedogenloos is voor al
wat kruipend en krioelend zich
fluks over de bospaden verplaatsen
placht; en geen tijd geeft die wacht
aan al die grijze muizen redding te
vinden uit haar klauwen tijdens de nacht.

Majestueus doordringen in de nacht twee
priemende ogen onverwacht, die bij een volle
maan angstig doen wezen; al wat leeft met een
onaangekondigd nachtelijk vrezen.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 14-09-2016

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Willem Bernardus Tijssen (Actief sinds: 02-03-2015)

Informatie bij het gedicht

Schrijver: Willem B. Tijssen

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Twee priemende bosuilogen in de nacht’ van Willem Bernardus Tijssen zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.