«»
Het Beest
Het beest I
De kleine geesten wellen aanhoudend op uit hun stank
gedreven om elkaar geslacht op geslacht te bespringen
en uit de bijbel lispelend de verbeelding te bekalken
met een ooit vertrapte knecht als zondaagse offerdank.
De ouden Asen bulderend om wat zowaar
is vlees geworden van deze godenzoon
uit gene onbevlekte moederhoer van Babylon
gebenedijd gespreid op het bed van al te gaar.
Berijdt de vijfbak groot de afspraak met de stad.
Hij, het ingeteelde, eigentijdse kwel, met boordevol
de aktetas glimmend en gepast bij deze gemaakte man,
zijn bekeken plannen met wat vandaag zoal weer kan.
Maar, de begoten brunch vlijt zich later als een drol
in de maag en tevreden glimlacht er de infernale Rat.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriekNaar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht Geplaatst op: 19-04-2014
Beoordeel dit gedicht nu
5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Over deze dichter
Guido van GeelActief sinds: 28-03-2014 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Het Beest’ van Guido van Geel zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.