De kanarie en de muis

Guido van Geel

 De kanarie en de muis

 Pietje floot zijn hoogste lied
 op zijn stokje achter tralies
 maar hongerlijden deed hij niet
 noch taalde naar wat verlies

 als hij kleine nootjes kraakte
 Dat wist Piep een kruimelaar
 die maakte dat hij daar raakte
 al liep hij daarvoor katgevaar

 Piep moest 't er maar op wagen
 Dat zag Pietje vanuit zijn hoge kooi
 en sprak: 'Pardon, mag ik U iets vragen?'
 Piep keek op naar ‘t gele verentooi

 en zei plat: ‘Wah wildegewete?’
 'Is het niet beter mooi te leren zingen
 dan hier van de vloer te moeten eten'
 Piep zei: 'Ik laat me nie dwingen.

 Ik piep alleen voor me eigen.
 en jij daar met spijlen als je ramen
 als ik jou was zou ik zwijgen
 Jij slaapt alleen, ik gezellig samen'

 Dat is vaak met een gouden kooi
 die blinkt alleen van buiten mooi

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 19-04-2014

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Guido van Geel (Actief sinds: 28-03-2014)

Informatie bij het gedicht

Fabel 6

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘De kanarie en de muis’ van Guido van Geel zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.

Om dit gedicht toe te voegen aan je favorieten dien je ingelogd te zijn. Log dus eerst in op de website. Als je nog geen account hebt, maak dan een account aan op deze website.