Het varken en de slager
De slager en het varken
Een varken spaarde aan zijn lijf een voorraad spek
een appeltje voor de dorst en de lange winter
zo sprak hij voor zijn trog veilig achter het hoge hek
hier heb ik overvloed en van geen rovers hinder
Hij was over zijn fortuin zeer tevree
dat hem als een warme deken paste
Hij was gezegend, een lid van rijke kaste
met belegd vermogen in de boerenstee.
Gestaag dijde hij naar alle kanten uit
dat zag een slager voor de zaken aan de wandel
die dacht daar staat ham voor een lieve duit
een juweeltje voor mijn scherpe handel.
Dra hoorde het varken hand op hand geslagen
hij dacht nog zijn karbonaadjes waren niet te veil
nu werd voorspoed tot overmoed omgeslagen
en trof hem wreed de val van slagers bijl.
Heb je tegen de sterken geen rechten
laat dan de welvaart niet te zeer aan je hechten.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriekNaar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht Geplaatst op: 19-04-2014
Beoordeel dit gedicht nu
5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Over deze dichter
Guido van GeelActief sinds: 28-03-2014Informatie bij het gedicht:
fabel 5 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Het varken en de slager’ van Guido van Geel zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.